donderdag 2 oktober 2014

Renaissance literatuur



Joost van den Vondel
Opdracht 1
Ten eerste word Vondel gezien als grootste dichter van zijn tijd omdat hij de gebeurtenissen uit de gouden eeuw becommentarieerde. Ook was Vondel heel erg veelzijdig, hij beoefende bijna elk genre van de schrijfkunst.
Opdracht 2
Vondel was niet van het vlijen, waardoor hij vaak niet voor gelegenheidsdicht werd gevraagd. Gelegenheidsdicht was vroeger waar je een behoorlijk zakcentje mee kon verdienen. Aangezien Vondel hier dus niet voor werd gevraagd had hij het financieel behoorlijk moeilijk.
Opdracht 3
a, Vondel omschrijft dat hij zeer veel respect heeft voor Johan van Oldenbarnevelt omdat deze bleef staan voor zijn zaak

b, Oldenbarnevelt bleef zelfs toen het moeilijk was 'rechtop staan', hierdoor vergelijkt Vondel van Oldenbarnevelt dus met een stok (die immers ook rechtop blijft staan)
c, Dat Maurits een slappeling was en dat hij achter van Oldenbarnevelt staat.
d, Het stokje is nogsteeds te zien in het Vondel-museum


Pieter Corneliszoon Hooft
 Opdracht 1
-Hooft wilde duidelijk maken dat leidinggevenden het landsbelang boven eigenbelang moeten stellen en hun ondergeschikten goed moeten behandelen.
-Hooft probeerde de humanistische ideeën over te dragen door middel van zijn werk.
-Hooft wilde gedachte uit de Renaissance overbrengen met zijn werk.
Opdracht 2
a, Jan is verliefd op Sijbrecht, hij vind haar heel erg leuk en vraagt haar met hem te trouwen. Hij beweert dat als het ware liefde is, die liefde nooit zal vergaan en hij daarom voor eeuwig van haar zou houden. Sijbrecht vind Jan voor zover ik dat uit de tekst kan halen, niet echt leuk. Nadat ze zijn getrouwd is ze dan ook onredelijk tegenover hem. Ze slaat hem met een zweep en is erg kil. Zij neemt hierbij Jans standpunt in, hij zou voor altijd van haar houden. Wat ze ook deed, dus zelfs na het slaan met een zweep zou hij nog van haar moeten houden.
b, Dat echte liefde niet kan vergaan en dat als je de ware hebt gevonden, je voor altijd van die persoon zal houden.
Opdracht 3
a, In beide sonnetten en in 'mijn lief, mijn lief, mijn lief' word zowel vreugde en verdriet aan de liefde gekoppeld. Maar in 'mijn lief, mijn lief, mijn lief' en sonnet 292 is er eerst euforie en daarna de ontgoocheling. Terwijl in sonnet 134 beide emoties tegelijkertijd bij de hoofdpersoon voorkomen. Verder gaat 'mijn lief, mijn lief, mijn lief' over bedrog terwijl van bedrog in beide sonnetten geen sprake is.
b, Beide sonnetten voldoen aan de 14 regels regel. Aan de andere kant is er niet bei beide sonnetten een wending. Sonnet 134 heeft geen wending, terwijl sonnet 292 wel een wending heeft (deze is zelfs in de 8ste regel)



Constantijn Huygens
Opdracht A
1) De klucht van de Oene, uitgegeven in 1670, geschreven door Jan Vos
2) The knight of the burning pestle, uitgegeven in 1607, geschreven door Francis Beaumont
3) De kwakzalver, uitgegeven in 1692, geschreven door Thomas Asselijn
4) Warenar, geschreven door 1617, geschreven door  P.C. Hooft
5) Klucht van de molenaar, uitgegeven in 1613, geschreven door G.A. Brederode
6) Symen sonder soeticheydt, uitgegeven in 1619, geschreven door  G.A. Brederode
7) Spaanschen Brabander, uitgegeven in 1617, geschreven door G.A. Brederode
8) Trijntje Cornelis, uitgegeven in 1657, geschreven door Thomas Asselijn
9) De Hoochduytschen Quacksalver, uitgegeven in 1619, geschreven door G.A. Brederode
10) Klucht van de koe, uitgegeven in 1612, geschreven door G.A. Brederode
Onder Komisch toneel valt toneel dat ervoor dient je publiek aan het lachen te maken, vaak levert dit ook een kritische blik op de huidige (politieke situatie).
Opdracht B
Puntdicht: (ookwel epigram) een kort en bondig gedicht met een woordspeling of een onverwachte wending.
Voorbeelden van puntdicht van Huygens:
Al is het vliegje nog zo klein
het werpt zijn schaduw op het plein.
Bron: http://www.collegenet.nl/content/literatuur/tot1920lit/018.htm
Ghij vraeght, hoe ick soo veel gedicht heb en geschreven,
Door all' de besighheid daer men my lang in sagh?
Will de mensch niet altoos all wat hij niet en magh?
Had ick meer tyds gehadt, ick had veel min bedreven.
Bron: http://www.collignon.tv/voorwoord.htm
 

Opdracht C
Er zijn van die mensen
die van alles wensen
zelfs het hoogst overbodige
word voor hun het nodige
maar niet voor mij
alles wat ik wens ben jij
De bloemen bloeien weer
en het regent een laatste keer
de zon wint het van de wolken
en de roos begint het bos weer te bevolken
alles lijkt zo veel vrolijker
alles smaakt zo veel heerlijker
en dat allemaal omdat
de zomer het toneel betrad

 Overkoepelende vraag 
Waarom worden volgens jou Vondel, Huygens en Hooft nog steeds interessant gevonden binnen de Nederlandse literatuur?
Huygens was een erg getalenteerde schrijver. Hij maakte vaak nieuwe woorden of gebruikte een lastiger taalgebruik dan de meeste uit zijn tijd. Ook was Huygens heel goed in het spelen met woorden, dit maakte zijn teksten altijd zeer interessant en net een slagje specialer dan de meeste teksten uit die tijd.
Vondel daarentegen was een schrijver die de 17e eeuw deed leven. Hij schreef niet voor zichzelf maar voor de lezer, wat resulteerde in zeer levendige verhalen. Ook nu worden zijn boeken gezien als een zeer goede bron voor informatie als het gaat om de 17de eeuwse cultuur
P.C. Hooft was een elegante schrijver. Hij liet (en laat nogsteeds) vele mensen zien hoe mooi de Nederlandse taal wel niet kan zijn. Hij schreef in een prachtig ritme en zijn verhalen waren ook altijd heel mooi opgebouwd. Hij was een echte taalkunstenaar.
 

Boekverslag Mevrouw Verona daalt de heuvel af (Dimitri Verhulst)



Door: Meike Kombrink
Datum: 02-10-14
Klas: V5C


dinsdag 6 mei 2014

Vrijheid


Vrijheid,
Dat hemelse gevoel van vrij zijn
Alhoewel het niet voor iedereen hetzelfde is
Betekent het veel voor de mens
Mensen zonder vrijheid, die het verlangen
Mensen met vrijheid, die het soms wegschuiven alszijnde normaal
Maar voor onze vrijheid moesten we vechten
Dappere strijders die ons de vrijheid hebben geschonken
Die vochten voor wat zij het meest wilde
Bereid waren daarvoor te sterven

Ons, ons schonken zij de vrijheid
Ons gaven ze het belangrijkste cadeau dat je kan krijgen
Wij kunnen nu zeggen wat we willen en zijn wie we willen zijn
Dankzij hen die daarvoor hebben gevochten

vrijdag 14 februari 2014

De suikerhartjesdeal



Daar liepen we dan. Door de straten van Weesp. Met zijn allen, 25 kinderen. De meeste mensen keken ons aan met een blik die duidelijk maakte dat ze zo’n grote groep kinderen liever niet tegen waren gekomen. Als ze toch eens wisten. We liepen door, langs Aquamarin en het speeltuintje daar, langs de rode flats die als een grote muur tussen ons en de andere kant van Weesp werkten, lang  een beeld waar een prachtig verhaal aan vast hing, langs de molen die waarschijnlijk ooit wel eens had gedraaid, over de brug waar nooit meer een bood onderdoor ging en dan rechtsaf, een doodlopend straatje in. 

We begonnen allemaal onrustig te worden, alhoewel we dat natuurlijk niet lieten merken. Toen de straat doodliep grepen we onze kans. Er ontstond een ware suikerhartjes deal. De mensen zonder probeerde kosten wat het kost suikerhartjes te pakken te krijgen. Diegene met gaven ze niet makkelijk weg. Al snel was er een ruzie ontstaan. De meesten keken niet eens meer op. Dat gebeurde altijd. Een beetje boos gefluister hier en daar. Schreeuwen kon natuurlijk niet, nee nee, dan zou iedereen ons door hebben. Wie weet wat er dan boven ons hoofd hing. 

Maar dit keer was het anders, Ze werden onrustiger dan normaal, iedereen merkte een verandering in de atmosfeer. De sfeer was voor een groot deel te danken aan de doodlopende straat. Sommige beweerde dat er wel degelijk een manier was om verder door te lopen. Toch waren de meesten ervan overtuigt dat er geen weg verder meer was. De leider van de suikerhartjes deal (en tevens de docent) maande iedereen weer tot rust en we liepen weer terug. Alsof er niet net een suikerhartjesdeal was geweest. Alsof we niet net iets strafbaars hadden gedaan.

Verder liepen we terwijl iedereen zijn oogst van de dag op at. Langs de Bloem & Bloem en de Hobbiewinkel. Op de grond was <3 Weesp gespoten, dat had vast ook iets te maken met Valentijnsdag, net als onze duistere praktijken. Langs de Jess optiek liepen we en over de brug, we staken een straatje door en kwamen uit achter de Dobey. Ondertussen werd er druk gespeculeerd over de mogelijke consequenties van onze daden, wie weet had iemand ons wel gezien en de politie gebeld, dan waren we nog niet jarig. Toch waren de meeste niet bang. We hadden een goede schuilplek gevonden en de kans dat iemand ons had gezien was nihil. We staken de straat over en waren bijna weer terug op school. Alleen nog maar langs de voormalige van Houten fabriek.

Toen we eindelijk weer door de deuren van de school liepen haalde we allemaal diep adem. Weer een gelukte suikerhartjesdeal.