zondag 8 december 2013

Erik of het klein insectenboek







Door: Meike Kombrink
Klas: V4C
Datum: 8-12-13


Godfried Bomans
Godfried Bomans word op 2 maart 1913 geboren in Den Haag. Als de jonge Bomans nog maar een half jaar jong is verhuist het gezin Bomans. Het nieuwe huis ligt te Haarlem. Haarlem is door de jaren heen erg op Bomans gegroeid, en Bomans op Haarlem. Schrijvend en sprekend heeft hij Haarlem met de tijd mee herschept naar zijn beeld en gelijkenis. Ondanks het feit dat Bomans is geboren in Den Haag zei hij altijd geboren te zijn in Haarlem.
Bomans word streng Spartaans opgevoed. Bomans over zijn opvoeding: "Het voordeel van een Spartaanse en gevoelsarme opvoeding is dat alles later meevalt en steeds feestelijker wordt, maar het nadeel is ook niet mis. Je houdt je hele leven de trekken van een jongetje dat lief gevonden wil worden".
Tijdens de opvoeding is het rooms-katholieke geloof ook duidelijk aanwezig. Hieraan houd Bomans goede herinneringen over en hij zal de rest van zijn leven regelmatig terugkeren naar rooms-katholieke kerken.

Al in zijn schooltijd heeft Bomans veel belangstelling voor de literatuur. Hij is redacteur bij verschillende schoolkranten en publiceert korte verhalen. In 1932 schrijft Bomans bloed en liefde, dit zal in 1937 officieel worden gepubliceerd.
In 1933 studeert Bomans rechten in Amsterdam, haalt zijn diploma en word redacteur van het rooms-katholieke studentenblad De Dijk. Later word hij ook redacteur van het anti-paapse Propria Cures. In De Dijk publiceert hij gedichten, kritieken en korte verhalen. Sommige verhalen beschrijven de herinneringen van een oud-minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen. Deze leiden tot zijn erkende literaire debuut: De memoires of gedenkschriften van Mr. P. Bas, dat december 1936 in boekvorm verschijnt.
Bomans vind het leven in Amsterdam niet leuk, hij vind de sfeer kil en niet knus genoeg. Hij besluit psychologie te gaan studeren in Nijmegen en vertrekt in 1939 uit Amsterdam. Bomans voelt zich meteen thuis in Nijmegen, ondanks de eerste oorlogsjaren. in Nijmegen ontmoet Bomans zijn vrouw en schrijft hij zijn meest succesvolle boek. Erik of het klein insectenboek in 1940. Het boek word hederdaags nogsteeds verkocht en is inmiddels al 58 keer gedrukt.
In 1943 keert Bomans terug naar Haarlem omdat de universiteit zijn deuren sluit (dit met dank aan de Duitse bezetting).
Bomans drang naar knusheid en gezelligheid uit zich in zijn liefde voor Sinterklaar en in zijn zwak voor clubjes en genootschappen. In 1936 richt hij met een goede vriend (Harry Prenen) de Rijnlandsche Academie op. In 1949 sticht Boamns de sociƫteit Teisterbant. Dit is een vereniging die zich bekommert om kunst en cultuur, hiervan worden enkele honderden lid. Het was een van de dingen die Haarlem uniek maakte in Nederland. Helaas werd kort na de dood van Bomans de sociƫteit opgeheven (in 1973)
Vanaf 1946 publiceert Bomans geregeld Sprookjes, kopstukken en buitelingen. Het succes is groots, dit komt volgens vele vooral door het humoristische element in zijn verhalen.  Hierdoor relativeert hij de benadering van de maatschappelijke problemen. De nasleep van de oorlog is nog zwaar aanwezig mar Bomans stemt de mensen weer vrolijk. "Humor is overwonnen droefheid" Volgens Bomans
Bomans word redacteur bij het Elseviers weekblad en de Volkskant. Hij schrijf elke dag een column en is hiermee zeer vooruitstrevend voor dit genre in Nederland.

Bomans word voor steeds meer televisie en radio gelegenheden gevraagd. Bomans zegt graag ja, en doet daarom heel veel. Ook blijft hij nog iedere dag schrijven. Dit alles word op 22 december 1971 te veel voor Bomans. Hij overlijd aan de gevolgen van een hartaanval

Bron:
http://www.godfriedbomans.nl



Keuzeopdracht C
'Hola, wat moet dat daar' hoorde Erik toen hij opnieuw probeerde op in een grasspriet te klimmen. Erik draaide zich om en zag daar reeds een Lieveheersbeestje zweven.
'Neem mij niet kwalijk mevrouw, is deze grasspriet van u?' Zei Erik terwijl hij een kleine buiging voor Het lieveheersbeestje maakte. Zij draaide enkel  haar hoofd een tikje schuin en sloot haar ogen tot spleetjes.
'Nee' Zei zij kortaf en wilde juist weer opvliegen toen Erik zich iets bedacht.
'Mag ik u iets vragen mevrouw' Vroeg hij, het lieveheersbeestje draaide zich weer om en keek Erik weer diep aan, alsof zij een oudere dame was die wilde besluiten of Erik een kwajongen was of niet.
'Dat mag' Zei zij enkel terwijl zij in de lucht bleef zweven, nooit wegkijkend van Erik.
'Weet u misschien een plek waar ik de nacht door zou kunnen brengen?' Erik wist dat hij niks had om mee te betalen, maar dat was een zorg voor later. Het Lieveheersbeestje leek niet te begrijpen waarom Erik deze vraag zou stellen. Zij keek hem lang en intimiderend recht in de pupillen. Na wat voelde als enkele minuten gaf zij dan toch antwoord.
'Derde grasspriet rechts. Dan loopt u er vanzelf tegenaan meneer' Erik lachte beleefd en wilde zich reeds omdraaien om in de richting die het lieveheersbeestje had aangewezen te kijken. Toen het lieveheersbeestje hem tegenhield.
'Nu, mag ik u ook iets vragen meneer?' Vroeg zij en Erik draaide zich meteen weer om.
'Maar natuurlijk mevrouw' Zei Erik beleefd, juist zoals zijn moeder het hem had geleerd.
'Wat voor insect bent u, ik ben werkelijk veel insecten tegengekomen, en met iedereen heb ik een praatje gemaakt. Maar een insect zoals u ben ik nog nooit tegen de voelsprieten gelopen'.
'Zeer juist mevrouw. Ziet u, ik ben een mens. Wij komen niet veel voor hier, ik geloof zelfs dat ik de enige ben'. Daar dacht mevrouw het lieveheersbeestje even over na. Toen schudde zij het hoofd.
'U kunt niet de enige zijn mijn beste. Uit wiens ei zou u moeten zijn gekomen als u de enige van uw soort bent'. Hier moest Erik even over nadenken. Hij had tot nu toe alle dieren dit verhaal verteld. Doch had geen van de insecten opgemerkt dat Erik onmogelijk de enige van zijn soort kon zijn.
'Ik heb ver gelopen. Mijn twee enkele benen zijn er moe van. Dat is de rede dat ik op zoek was naar een hotel'. Het lieveheersbeestje nam hier genoegen mee en boog een maal voor Erik
'Dan wens ik u nog een goede rust voor uw twee benen meneer'
'Alleraardigst kennis met u te hebben gemaakt mevrouw' Zei Erik terwijl hij een diepe buiging maakte voor het lieveheersbeestje. Zij draaide zich reeds om en vloog weg van Erik. Erik op zijn beurt draaide zich in de richting die het lieveheersbeestje had aangewezen en ging op zoek naar het hotel.



Lofrede
Een lofrede voor hun die in een mand zaten.
Enkel nog in het zonlicht gelegd moesten worden.
Duizenden malen eerder is dit gebeurt, nu moest juist deze ene mand vallen.
Vol met eitjes, waar op hun beurt weer mieren uit zouden komen.
Allemaal waren zij geweldige mieren geworden. Dat is zeker.
Doch, het mocht niet zo zijn.
Onze beste Erik heeft de mand laten vallen.
Daarom, mijn vrienden, een toost, een toost voor alle nieuwe mieren.
Maar vooral, een toost voor op hen die niet mochten komen
Gesproken door: De gastvrouw bij het mierenfeestmaal

Geen opmerkingen:

Een reactie posten